Door op 7 april 2002

LUISTEREN

Als het gaat om het verklaren van de verkiezingswinst van de “Leefbaren” of de “Fortuynisten”, hoor je zowat altijd dat die tenminste wél naar de kiezer luisteren. Als ik de woordvoerders van die clubs hoor, vraag ik me dat ernstig af, maar goed.

Let wel: ik twijfel er niet aan dat er geluisterd moet worden, en goed ook, maar om dat nou tot hét doel te verheffen… Waar ik bovendien mee zit, is de vraag hoe we dat luisteren moeten inkleden.

Ik heb eerder in beperkte kring al eens opgemerkt dat we tijdens de campagne ruim vierduizend folders, pamfletten en dergelijke, persoonlijk aan mensen, burgers, be­woners hebben overhandigd. Op elk van die papieren stond een telefoonnummer, toevallig het mijne, en een internetadres. Daarbij sta ik sinds 1999 met mijn kop en datzelfde telefoonnummer in de gemeentegids. Voor zover het er niet uitdrukkelijk bij staat, vind ik de vermelding van zo’n telefoonnummer een duidelijke mededeling dat je open staat voor reacties, vragen, kritiek, desnoods voor scheldkanonnades. Toch?

Ik wil niet beweren dat ik met kloppend hart bij de telefoon gezeten heb, als de nieu­we gemeen­te­gids uit was, of na een folderactie op de markt of zo, maar eerlijk gezegd vind ik het raar dat het aantal telefoontjes dat ik kreeg, op de mij beschik­bare vingers nog te tellen is. En dat is met inbegrip van de telefoontjes van belang­engroepen.

Ik bedoel maar: ik heb een open oor, maar als niemand wat tegen me wil zeggen…

Natuurlijk: je kunt het luisteren best wel forceren. Je spreekt gewoon iemand aan of je belt iemand op en je kunt er gif op nemen dat er tegen je gepraat wordt.

Dat hebben we intensief gedaan tijdens de campagne: letterlijk duizenden keren en, inderdaad, zo krijg je vaak een gesprek. Daar zijn veel prettige en soms minder pret­tige gesprekken bij geweest. We zijn afgewezen, maar ook omhelsd, bij wijze van spreken. Per saldo een heel goeie ervaring, maar toch, naarmate ik vaker hoor dat we beter moeten luisteren, groeit bij mij de twijfel of dat forceren nou de oplos­sing is.

Stel nou eens dat we ons belactie-team zo gek zouden krijgen om elke maand op­nieuw al die mensen te bellen die ze aan de telefoon gehad hebben, eind februari. Zouden die mensen dat dan echt zo prettig vinden? Alwéér die PvdA? Ik vraag maar?

 

[april 2002]