Door op 17 maart 1998

LEK

Kunnen we het nou eindelijk eens hebben over iets anders dan de toekomstige premier? De verkiezingen op 4 maart jl. waren ge-meen-te-raads-verkiezingen, ja? Eén op de drie stemgerechtigden heeft de moeite niet genomen om naar het stemlokaal te gaan, méér zelfs: 40 procent. Van de 60 procent die wel gegaan is, heeft -pak weg- 20 procent zijn stem gegeven aan een partij die straks, op 6 mei, niet in het circus te vinden is. Minder dan de helft van de beschikbare stemmen is dus op een landelijke partij uitgebracht. En toch maar kakelen met z’n allen over de betekenis van de uitslag van 4 maart voor de uitslag van 6 mei. Knap hoor, om tegen beter weten in zo door te eikelen.

En kom nou niet mekkeren dat 20 procent toch altijd weg blijft, bij welke verkie­zing dan ook, dus dat je die niet moet rekenen. Zelfs dan heb je het nog steeds over maar goed tweederde van de beschikbare stemmen die nu “landelijk” terecht gekomen zijn.

Op naar 6 mei dus.

In de krant een foto van twee verlaten treinwagons, tot de assen in het water naast een verveloos spoorhuisje. Sfeerbeeld bij een artikel over de privatisering van de Britse spoorwegen. Ik zal niet uitweiden over de bedragen die erin genoemd wer­den. Met enige nadruk werd gewezen op de schandalige winst die de eerste privé-eigenaar gemaakt heeft op de inmiddels alweer doorverkochte aandelen. Cadeautje van Thatcher. Als nou een treinkaartje er nog goedkoper door geworden was, maar niets daarvan.

Misschien kwam het door die troosteloze foto met al dat water: het schoot me te binnen dat ik al eens eerder in deze hoek zo’n voorbeeld heb aangehaald. Toen ging het over de drinkwatervoorziening in het Verenigd Koninkrijk. Ik weet het niet precies meer, maar gemeld werd toen dat de burger een tijdje na die privatisering twee keer zoveel voor zijn drinkwater moest betalen en dat de directie zichzelf een driemaal zo hoog inkomen had toebedeeld. In de kwaliteit van het drinkwater was ook iets veranderd: gemiddeld meer dagen waarop geen water beschikbaar was door storingen en van de totale hoeveelheid water die in het leidingnet gepompt wordt, komt maar nauwelijks de helft uit de kraan. De rest lekt onderweg ergens uit het verwaarloosde buizenstelsel.

Dát lijkt me nou een nuttig onderwerp van een verkiezingscampagne: hoe voor­komen we met de PvdA in een nieuwe regering dat, in een soort feestroes over het poldermodel, de essentiële delen van de verzorgingsstaat worden verkwanseld?

 

[maart 1998]