Door op 19 mei 2003

HAAI

Onlangs las ik over de aanslag die gepleegd is op een zendeling in Libanon. Ik hoor­de later dat de man er al jaren woont en alleen maar door zijn leefwijze aan zijn islamitische omgeving wil tonen dat het christendom het ware geloof is. Daar lijkt niks mis mee, maar het schoot de omgeving blijkbaar toch zo in het verkeerde keelgat, dat ze een bom plaatste bij de woning van deze goede christen.

Ik ben tegen het plaatsen en vooral tegen het tot ontploffing brengen van bommen, maar ik kreeg wel een schokje van herkenning. Op de snelweg werd ik pas nog gesne­den door een automobilist die achter op z’n auto een gestileerd visje geplakt had. Ik heb begrepen dat deze visjes het symbool van de zending zijn. Nu kan ik me heel goed indenken dat je zó blij wordt van je geloof, dat je er ook op allerlei manieren uiting aan wil geven. Hoeveel mensen dragen niet een kruisje, een davids­ster, een tulband of een hoofddoekje om aan de wereld te tonen dat ze trots zijn op hun geloof. Alleen, die visjes op auto’s zijn blijkbaar een uitdaging voor anderen om óók een visje op de auto te plakken, maar dan één dat bij nadere beschouwing de kenmerken heeft van een haai. Blijkbaar niet vredelievend bedoeld, maar geluk­kig zeer onschuldig in verhouding tot een bom.

Ik kan die reactie wel plaatsen: als je zo opvallend blijk geeft van je geloof, ver­wach­ten mensen dat je je er ook naar gedraagt. Blijk je dan in het dagelijks gebruik toch maar een gewoon mens te zijn, met gewonemensenfouten, dan kom het sym­bool wat arrogant over.

Ik kreeg zelf zo’n sensatie op Paaszondag. In Buitenhof discussieerden het CDA-Tweede Kamerlid Mirjam Sterk en kandidaat-voorzitter Mohammed Cheppih van de Arabisch Europese Liga Nederland.

Ik laat de aanleiding van de discussie maar even buiten beschouwing. Op een zeker moment verzuchtte Cheppih dat de moslimgemeenschap zo weinig kans krijgt om over haar maatschappelijke opvattingen met andersdenkenden in gesprek te komen. Roept Sterk uit: “Maar waarom denkt u dan dat ik hier zit? Ik bied u de gelegenheid om met mij in gesprek te komen!”

Waar haalt zo’n wicht de arrogantie vandaan! Ik wilde, tegen beter weten in, nog geloven dat de jongedame het niet zo ernstig meende en heb haar curriculum op de website van de Tweede Kamer eens nagelezen. Ze heeft het wél zo gemeend.

Deze column is dus mijn haai.

 

[mei 2003]