Door op 8 februari 1992

CHANTAGE

Meer dan eens heeft in het verleden een paus zijn beminde gelovigen het gebruik van voorbehoedsmiddelen verboden. Terwijl mensen hun best doen om met name in de derde wereld de bevolking bij te brengen dat minder kinderen krijgen beter is, omdat je dan per maag meer te eten hebt, bijvoorbeeld, predikt een kerkvorst (hoe vorstelijk…) de dood: meer kinderen – grotere zuigelingensterfte – meer honger­dood, reken maar uit. Met de hand op de bijbel mensen de dood in jagen, zoiets.

We hebben daar gewoonlijk niet zo’n erg in. Wie niet bewogen wordt door de hart­verscheurende tv-beelden, heeft geen hart en geeft hoogstens geld om de buren. Zowat iedereen vindt dat je de mensen niet mag laten doodgaan, dus de miljoenen komen wel binnen.

Zolang pausen nog vrij rondlopen, storten we geld in een bodemloze put, maar we durven niet te stoppen: we worden gechanteerd met mensenlevens. Pausen zou ver­boden moeten worden voortaan nog één poot in een ontwikkelingsland te zet­ten, dan was er tenminste hóóp dat de miljoenen het leed zouden kunnen ver­zach­ten in plaats van het lijden te verlengen. Dat christenen graag lijden moeten ze zelf weten, maar waarom ook anderen leed aandoen? Om maar een aalmoes te kunnen geven?

Maar ik dwaal af; ik wilde naar een ander voorbeeld van chantage met mensen­le­vens. Sterker nog, naar gelijk twéé voorbeelden in één: een hongerstakende asiel­zoeker.

Was het maar zo dat iedereen vrij was om te wonen waar hij wou, dan bestonden er geen asielzoekers. Helaas hebben we tot op het hoogste niveau vastgelegd wat auto­nome staten zijn en waar die allemaal recht op hebben, binnen hun grenzen. En dat is niet mis: al moorden ze mekaar uit, je mag je nergens mee bemoeien. Dus zijn er asielzoekers.

Ook mag iedere staat bepalen wie er binnen zijn grenzen wordt toegelaten en voor hoe lang. Dus worden asielzoekers tegengehouden en teruggestuurd als het land van toevlucht vol is, om van nóg minder edele motieven maar te zwijgen.

De economische vluchteling, vaak vermomd als asielzoeker, hoeft zéker niet op een warm onthaal te rekenen. Die speelt al met zijn leven als hij zijn land ontvlucht. Hij weet dat hij, eenmaal ontvlucht, niet meer terug “kan”. Zo zadelt hij het gastland op met de beslissing over zijn leven, of tenminste het respect daarvoor.

Nog ernstiger wordt het als hij zijn wens om te blijven kracht bijzet door in hon­ger­staking te gaan. Dan zet hij bewust zijn leven in bij de beslissing van de gastheer om tot uitzetting over te gaan.

 

In ons land, waar je nog niet eens over je eigen leven mag beslissen, is het des te pijnlijker als je gedwongen wordt over andermans leven te beslissen. Om die be­slissing te ontlopen is er maar één weg: de grenzen open voor iedereen, behalve voor de paus.

 

[februari 1992]