Door op 3 februari 2004

BUITEN

Onlangs, op een mooie vrijdagmiddag, had ik een boodschap te doen in Nieuwe­gein. Te groot voor op de fiets, dus de auto genomen. Het was nog maar goed drie uur in de middag toen ik bij Laagraven voor het verkeerslicht stond en toch was het al aanschuiven geblazen voor het verkeer uit Nieuwegein in de richting van de A12.

Ik kreeg de tijd niet om te zien waardoor het oponthoud werd veroorzaakt, want ik mocht (en kon!) linksaf. Tot ver in Nieuwegein reed ik langs de file, zodat ik besloot later, terug naar Houten, een andere weg te nemen dan de kortste. Dan maar wat extra diesel verstookt om de ergernis van het wachten te voorkomen.

Het is een leuke route, van Nieuwegein naar Houten door het landelijke buiten­ge­bied van onze gemeente. Maximale snelheid 60 kilometer per uur, dus relaxed de Lekdijk langs, onder de A27 door, de westelijke kern van Tull en ’t Waal voorbij, dan de dijk af de Blasenburgseweg op en beneden, op de Waalseweg rechtsaf, rich­ting Schalkwijk.

Net over het inundatiekanaal kom je dan door nóg een stukje bebouwing van Tull en ’t Waal, dat om voor de hand liggende redenen tot 30 kilometerzone bestempeld is. Duurzaam veilig, heeft de raad van Houten jaren geleden besloten.

Terwijl ik in het zicht van het ronde bord met de rode rand het gas losliet, zag ik in mijn spiegel de omtrekken van een Mercedes groter worden.

Nu heb ik au fond niets tegen een Mercedes, want als opgroeiend jongetje heb je zo je toekomstdromen en daar bewaar ik goede herinneringen aan. Sindsdien heb ik echter ook andere ervaringen met het merk en vooral met veel bestuurders ervan. Een vriendin die al jaren invalide is, vond de parkeerplaatsen voor invaliden vaak bezet door auto’s zonder enige aanduiding van speciale ontheffing. En verdomd, zei ze, het zijn bijna altijd dikke Mercedessen of BMW’s.

Het beeld klopte ook weer in Tull en ’t Waal: de bestuurder die zich achter mij ook al niet aan de 60 kilometergrens gehouden had, zette nog even een sprintje aan, zodat hij me net voor de vluchtheuvel aan het begin van de dorpskern kon inhalen en verdween weer uit het zicht.

Ik had mezelf afgeleerd me over wegpiraterij nog druk te maken, dacht ik, maar kon toch weer de ergernis niet de baas. Had ik beter wél de kortste weg naar Houten kunnen nemen.

 

[februari 2004]