Door Vincent van Polanen Petel op 26 oktober 2021

1115, en nu?

Dinsdag 19 oktober werd bekend dat in de zes jaar van 2015 tot en met 2020 ruim duizend kinderen van de gedupeerden uit de kinderopvangtoeslagaffaire uit huis zijn geplaatst. Een enorm aantal met eveneens enorme persoonlijke gevolgen. Zeker als we bedenken dat de affaire al vanaf 2005 speelt. Wat iedereen zich afvraagt is of de financiële gevolgen van de kinderopvangtoeslagaffaire andere problemen hebben veroorzaakt, en zo uiteindelijk tot de uithuisplaatsingen hebben geleid. Staatssecretaris Blokhuis heeft gesteld dat het aan de gemeenten is om te beoordelen of de kinderen weer terug kunnen naar hun gezin.
Wij vinden in ieder geval dat de overheid op alle niveaus haar verantwoordelijkheid moet nemen, en dus is ook de gemeente aan zet, alleen en in samenwerking met de andere gemeenten in regionaal verband. Daar is ook aanleiding toe. Volgens de Belastingdienst hebben tot medio oktober 60 ouders uit Houten zich aangemeld met problemen met de kinderopvangtoeslag. In de hele regio Lekstroom gaat het om 300 ouders. En als benadering voor het aantal uithuisgeplaatste kinderen in Houten: eind 2020 gaat het om afgerond 20 kinderen met een jeugdbeschermingsmaatregel die niet in het gezin verbleven (zie CBS). Maar om hoeveel kinderen van de gedupeerden van de kinderopvangtoeslagaffaire gaat het nu? En wat gaan we daar aan doen? Het zou mooi zijn, als de gemeente Houten nu onderdeel wordt van de oplossing.
Daarom heeft de PvdA samen met SGP, D66, en HA! de volgende schriftelijke vragen gesteld aan het College:
1 Zou het college een inschatting kunnen maken van hoeveel kinderen dit in onze regio (gezien de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor SVMN) betreft, en in Houten in het bijzonder? Indien dit niet mogelijk is, zou het college in samenspraak met de regio hier onderzoek naar willen doen? Zou daarbij niet alleen naar de situatie na 2015 gekeken kunnen worden, maar ook naar periode 2005-2014?
2 Hoe ziet het college de verantwoordelijkheid van de lokale overheid en de regio richting de gedupeerden?
3 Welke maatregelen zou het college, in samenwerking met de regio kunnen nemen richting de gedupeerden om te werken aan herstel van gezinssituaties?
4 Welke maatregelen stelt het college voor in samenwerking met de regio richting gedupeerden, zowel kinderen als ouders?
5 De capaciteit van SVMN staat onder druk (onder andere door een tekort aan personeel). In hoeverre ziet u een rol voor SVMN weggelegd in mogelijke maatregelen.
In heel Nederland zijn meer dan 70.000 kinderen geraakt in de toeslagen affaire.
1 Is in beeld hoeveel kinderen dit in onze regio betreft, en in Houten in het bijzonder, en of deze kinderen ook hulp nodig hebben?
2 Hoe ziet het college de verantwoordelijkheid van de lokale overheid en de regio richting deze kinderen?
3 Welke maatregelen zou het college, in samenwerking met de regio kunnen nemen om financieel gedupeerde kinderen te helpen?

Vincent van Polanen Petel

Vincent van Polanen Petel

Toen ik in 1994 met gezin in Houten kwam wonen, was Houten de op één na kinderrijkste gemeente in Nederland. Dat was een uitstekende keuze, ik woon hier met veel plezier, en dat als iemand die tot die tijd in grote(re) steden (Den Haag, Groningen, Utrecht) heeft geleefd. Sindsdien is er veel veranderd in Houten:

Meer over Vincent van Polanen Petel