IDEOLOGIE
Een paar zaterdagen geleden bezocht ik de “Kompas”-bijeenkomst regio oost (daar hoort Utrecht bij) in Arnhem. Het CLB (Centrum voor Lokaal Bestuur) van de PvdA organiseert die bijeenkomsten. De opzet is altijd hetzelfde: de partijvoorzitter opent de bijeenkomst, dan zijn er workshops, dan lunch, weer workshops en een drankje toe. Aanrader. Nee, niet dat drankje.
Ruud Koole was zeer op dreef in zijn openingswoord. Een verkiezingsjaar voor de boeg, de PvdA is er nog niet, er moet nog veel werk verzet worden, dat soort dingen. Hij ging nog even in op de hetzerige bewering in de Volkskrant, een week eerder, dat Melkert gezegd zou hebben dat Kok de boel als partijleider heeft laten sloffen: wie het interview met Melkert gelezen heeft, wéét dat dat niet gezegd is.
Enfin, na deze dagopening vulden de deelnemers de lokalen van de Arnhemse HEAO voor de workshops. Ik zat ’s morgens in “Wervende werving”, met hints en tips over het scouten van partijleden in het algemeen en kandidaten voor het raadslidmaatschap in het bijzonder. Goeie dingen. ’s Middags zat ik in “De kandidatenlijstcommissie”, een mooi vervolg op de ochtend en ook hier weer nuttige handreikingen voor “selectiecriteria” en “sollicitatiegesprekken” bij de samenstelling van de kandidatenlijst.
Bij het voorstelrondje kwam als laatste een oudere heer aan het woord, die mij erg aan Churchill deed denken, maar dan minder goed geschoren. Een van zijn eerste mededelingen was dat hij al bijna veertig jaar lid was van de PvdA. Over wat hij van de workshop verwachtte, was hij kort: bij de selectie moet erop gelet worden dat de kandidaat “ideologisch betrouwbaar” is.
Volgde een klaagzang over zijn afdeling die wordt voorgezeten door een “VVD’er” uit een van die dure wijken van de stad. Ja, die was dan wel lid van de PvdA, maar hij begreep niets van socialisme, “arbeider” was volgens die man een vies woord. Nee, dan hijzelf, hij was machinebankwerker, hij had Marx nog gelezen. Die jonge gasten van tegenwoordig hebben allemaal van die liberale ideeën, die horen niet in de partij thuis. Er is vandaag de dag geen ideologie meer. Daar moet op gelet worden bij de selectie. Je moet ze vragen hoe ze ideologisch in elkaar zitten, dan krijg je die misstanden niet. Het refrein kwam in het vervolg van de workshop nog geregeld naar voren.
Het had wel iets vertederends. Ik moest denken aan de ijver waarmee partijgenoot Jaap Vogel, al weer jaren dood, in de ledenvergaderingen elke gelegenheid aangreep om ons warm te maken voor het gedachtegoed van de utopist Edward Bellamy.
Maar ik vond Jaap aardiger. Misschien omdat die niet met Marx kwam?
[juni 2001]