Op dinsdag 10 juli jl. heeft de gemeenteraad unaniem ingestemd met een door de PvdA ingediende motie, die het College de opdracht geeft consensus in de raad te verwerven over de omvang en uitgaven van één van de gemeentelijke spaarpotjes, de zogenaamde Beklemde (niet-vrije) Algemene Reserve. Zo op het oog een weinig politieke en nogal technische zaak. Niets is echter minder waar en er ging ook heel wat gekibbel aan vooraf.
Zoals elke gemeente, elk bedrijf en heel veel particulieren heeft ook de gemeente Houten een aantal spaarpotjes. Vaak hebben die potjes een speciaal doel, bijvoorbeeld om subsidie te verlenen voor culturele evenementen (het cultuurfonds) of om te sparen voor de straks noodzakelijke vervanging van het riool. Voor twee potjes is er geen speciaal doel, de Algemene Reserve, die bestaat uit een vrije reserve en een niet-vrije (beklemde) reserve. De Vrije Algemene Reserve dient om tegenvallers op te vangen, en risico’s te dekken. De reserve heet vrij, omdat het College vrij is over die pot te beschikken. Hoogte van het potje, besteding van de gelden en het bodembedrag in de pot zijn voor een deel strak gereguleerd en daarover bestaat dan ook vrijwel geen discussie.
Bij de Beklemde Algemene Reserve ligt dat volstrekt anders, daarover verschillen de opvattingen mijlen ver van elkaar. De één vindt dat het een extra reserve is voor hele grote crises (bijvoorbeeld een nieuwe financiële crisis), de ander, en wij ook, vinden dat dit gemeenschapsgeld is, dat besteed moet worden voor maatschappelijke doelen, een soort investeringsfonds dus. Net als bij de Vrije Algemene Reserve is er in het verleden een ondergrens geformuleerd en vastgesteld op 20% van de uitgaven van de gemeente en die zou nu dan € 21,8 miljoen moeten zijn. Voor die ondergrens bestaat weinig ratio, het is wat over de duim en wij als PvdA zijn steeds meer tot de overtuiging gekomen, dat zo’n ondergrens ook gevaarlijk is, omdat je maatschappelijk geld ‘dood’ maakt. Dit nog los van het feit dat het gevaarlijk is gebleken als overheidsorganen over zo’n dot dood geld beschikken, dan gaan ze speculeren (denk aan de Icesave affaire).
Het nieuwe College stelde in de raadsvergadering van 10 juli voor de ondergrens van de Beklemde Algemene Reserve te verlagen van € 21,8 naar € 20,0 miljoen voor de rest van de collegeperiode. Hiermee verschaft het nieuwe College zichzelf ruimte om leuke dingen te doen. Weliswaar heeft die grens van € 20 miljoen geen degelijke onderbouwing, maar dat heeft de huidige grens ook niet. Toch stond de oppositie op z’n achterste benen: zomaar een greep uit de kas doen geeft geen pas. Een amendement voorbereid door D66 werd door ons en alle andere oppositiepartijen ondersteund om grens terug te brengen naar € 21,8 miljoen, tegelijk de huidige norm te evalueren en daarná eventueel aan te passen.
De PvdA-fractie geloofde op voorhand al niet dat de coalitiepartijen dit zelf geschonken cadeautje zou teruggeven en dat gebeurde dus ook niet. Wij hadden daarom een motie voorbereid, waarin het College opdracht krijgt om wel onderzoek te doen en consensus te zien bereiken over doel en werkwijze van deze reserve. Dat zou eventueel tot een nieuwe, maar dan wel degelijk onderbouwde grens, kunnen leiden en mogelijk ook tot nieuwe afspraken. Deze motie werd door de gehele raad én de wethouder omarmd.
Een mooi succes voor onze PvdA fractie en nu maar hopen dat de uitkomst van het onderzoek ons zint.