Door op 28 oktober 1991

ETIKETTEN

Uit het artikel in de Volkskrant van 4 november ‘“Uitdaging” rode draad in PvdA-discussie’, sprong mij van de kopregel het woord “Burger” in het oog. Ik hoopte nog even dat het over Jaap Burger zou gaan, maar nee, het ging weer over ”de burger”…

Zonder precies te kunnen aangeven waarom, vind ik de burger een weinig positieve klank hebben. Misschien komt daar nog wel eens een ander woord voor. Maar ik dwaal af; belangrijk is hoe het woord bedoeld is.

Ik bedoel: we zijn zo bedreven in het etiketten plakken, maar wie is de burger?

Moeten we de burger zien als de tegenpartij van de overheid? Ik vind van niet: de burger, het volk, kiest zijn eigen vertegenwoordiging en die weer een regering, die samen met een leger van medewerkers in vaste dient de overheid vormt. (U merkt: ik hou van versimpeling.)

De idealist in mij vindt dat wij zouden moeten beseffen dat wijzelf de burger én de overheid zijn. Wat we gewoonlijk aanduiden als de overheid, is een leger van burgers (soortgenoten, ja?) dat gehuurd is om enige noodzakelijke werkzaamheden voor de bevolking te verrichten, terwijl de rest de aardappelen van het land haalt, schepen bouwt of de ramen zeemt. Met andere woorden: voor het producerende deel van de bevolking is het praktisch om zich volledig met produceren bezig te houden en een deel van zijn opbrengst te geven aan iemand die in ruil daarvoor de gemeenschappelijke zaken regelt. Praktischer dan zelf op gezette tijden rijbewijzen uit te geven en huisvuil op te halen.

In plaats van elkaar daarvoor wederzijds te waarderen, scheldt de burger op de lakse overheid en solt de overheid met de burger die haar regeltjes niet opvolgt. Treurig, niet? Voor anarchie is wel wat te zeggen. Maar, terug naar de burger. Wie is dat? Als je zaken voor de burger wil regelen, dan mag je toch wel enig idee hebben over wie je het hebt.

Ik heb de indruk dat de burger altijd een ander is. Om maar dicht bij huis te blijven: in vergaderingen is hij (m/v) nooit aanwezig. Nou, misschien op de publieke tribune.

Als we nou eens ophielden met dingen voor de burger te bedenken, maar ervan uitgaan dat wijzelf de burger zijn en dus voor onszelf dingen bedenken.

[november 1991]

Ingekorte overweging uit Rood Houten, verenigingsblad van de afdeling PvdA Houten.