WINNER
Mij is nog nooit gevraagd aan een piramidespel deel te nemen. Ik beschouw dat maar als een compliment: blijkbaar word ik niet stom genoeg gevonden om erin te trappen. Eén keer was ik er dicht bij: op een verjaardagsfeestje schalde een deelnemer triomfantelijk dat Coin Liberté door de rechter niet tot gokspel was verklaard en dus niet strafbaar. Als ik toen mijn mond gehouden had, dan zou ik misschien uitgenodigd zijn om mee te doen. Maar nee, ik moest zo nodig mijn gemoed luchten en meteen roepen dat het een godswonder is dat er nog mensen ín trappen.
Nou, dat moest ik natuurlijk uitleggen, dus ik er tegenaan. Dat een wetmatigheid nu eenmaal is dat ooit “iedereen” meedoet en dat de laatsten dus met de zwarte piet blijven zitten. Dat die wetenschap alléén al maakt dat je niet deugt als je zo’n spel opzet. Logisch dat mij de deelname niet werd aangeboden. Nee, ik zag het niet goed. En het beste bewijs daarvoor was wel dat hij wél meedeed en z’n inleg al meer dan terug “verdiend” had… Ik vond dat juist een bewijs van mijn gelijk, maar dat is altijd zo met discussies over een geloof.
Natuurlijk héb ik wel gelijk: als ik iemand vraag mij een tientje te geven en ik zeg erbij dat ie maar moet zien dat ie het van een ander weer terug krijgt, blijf ik met lege handen staan. Met hogere bedragen kan ik dat beter helemáál niet doen, want dan zit ik zó in een ambulance op weg naar Den Dolder.
Gek genoeg is er een omslagpunt: als ik de regels maar slim genoeg verhaspel en de bedragen hoog genoeg maak, dan trek ik er volle zalen mee.
Het is maar wat je de mensen wijs maakt. In besloten meetings met aanstekelijke verhalen over verkoopsuccessen en gouden bergen lukt dat blijkbaar. Wie meedoet is gegarandeerd een winner en dus doe je mee, want wie wil er nou een loser zijn?
Ooit heb ik in een perfecte cursus over stress de begrippen winner en loser leren kennen als benaming voor een typische geestesgesteldheid. De winner kijkt positief tegen het leven aan en weet met problemen om te gaan zonder zich in de zenuwen te gooien. De loser, daarentegen, ziet overal problemen, die nooit zijn schuld zijn en waar hij altijd het slachtoffer van is.
Toen kwamen de begrippen nog positief over. Nu is het nog maar de vraag of je blij moet zijn een winner genoemd te worden.
[april 1997]