Door op 10 oktober 2000

WEG

in’teger bn, bw (Lat ‘integer) , rechtschapen, onkreukbaar, (tegenst corrupt)

integri’teit v (Fr intégrité) l ongeschonden toestand: 2 onschendbaarheid: de ~ van iemand handhaven; 3 rechtschapenheid: iems ~

Waarom dit citaat uit het woordenboek? Wegens het interview met Aat de Jonge op Radio M ter gelegenheid van zijn vertrek als burgemeester van Houten. Het interview was voor mij een openbaring. Ik denk dat ik eindelijk doorzie hoe Aat de mensen zo tegen zich in het harnas kan jagen. Net nu die weg gaat.

Volgens mij werkt het zó: geconfronteerd met een kritische opmerking, verschuift hij bijna ongemerkt de nuance van de vraag voor hij antwoordt. Let er maar eens op hoe vaak hij in een debat zegt: “Mag ik het nou eens anders formuleren?” De beleefde vragensteller heeft daar natuurlijk geen bezwaar tegen. Die denkt dat alleen de formulering anders wordt, maar -de hand is sneller dan het oog- intussen veran­dert Aat niet alleen de formulering, maar ook de inhoud.

Neem de uitstapjes van onze wethouders naar de Expo. Vraagt de interviewer of Aat nou eigenlijk niet ook vindt dat de schijn van belangenverstrengeling is gewekt. Zegt nog even dat er in Houten een nota voorligt, waarin staat dat cadeaus met een waarde van meer dan 50 gulden niet mogen worden aangenomen. Memoreert ook dat de wethouders de excursies van te voren niet hadden aangemeld.

Nee, zegt Aat, en barst los in een gloedvol betoog: dat tegenwoordig verstandig zaken doen begint met netwerken, dat dat in het bedrijfsleven normaal is, zie de skyboxen in het stadion, en dat er dus niks mis is, dat de pers leugen op leugen heeft gestapeld en dat hij de betrokken wethouders bewondert: moedige mensen die alle kritiek getrotseerd hebben. Weet de interviewer wel dat hijzelf ook naar de Expo geweest is? Nog voordat deze geopend werd? De interviewer is intussen al lang die 50 guldengrens vergeten en dan komt het: met aplomb vraagt Aat waar in de integriteitsnota, een nota die zó goed is dat andere gemeenten gevraagd, nee: gesmeekt hebben of ze ‘m alsjeblieft mochten overnemen, waar staat dat het ver­plicht is om excursies van te voren openbaar te maken? Ja, dat weet de interviewer natuurlijk niet, dus de bek vol tanden. En zo wekt Aat de indruk: het staat er niet, dus niets aan de hand.

Wat mij hierin nog meer stoort dan het slinks wegdraaien van de oorspronkelijke vraag, is de kil-juridische benadering. De nota “Integriteit naar letter en geest” is bedoeld als richtsnoer voor overheidsdienaren, waarmee kan worden voorkomen dat deze zich onbedoeld in situaties begeven die later kunnen worden aangemerkt als iets waar zij zich beter niet mee hadden kunnen inlaten. De slotparagraaf van de nota stelt treffend: “Bij integriteit gaat het ook meer om de geest, dan de (dogma­tische) letter.”

De jurist Aat de Jonge heeft kennelijk toch maling aan de geest en bedient zich tijdens het interview nu juist van de letter om zaken, coûte que coûte, te rechtvaar­digen. Hij bewijst met zijn opstelling de burgemeester Aat de Jonge een slechte dienst en met hem de geloofwaardigheid van het hele college. Nu zou dat nog hoopvol kunnen zijn in het licht van de komende gemeenteraadsverkiezing, maar de gemiddelde burger ziet het als het zoveelste bewijs van de onbetrouwbaarheid van de politiek als geheel. Als de reacties die ik hoor op bruiloften en partijen, repre­sentatief zijn voor de mening van “het volk”, dan is er niemand die enig begrip kan opbrengen voor snoepreisjes, of voor enige andere belangenverstrengeling in het overheidsapparaat, en mogen we een recordopkomst bij de gemeenteraads­verkiezing tegemoet zien. Lager dan ooit, dus.

Als Aat straks weg is, hoop ik dat de achterblijvers de geest weer nieuw leven inblazen.

 

[oktober 2000]