NOG 30
Ruim zes maanden is het geleden dat ik aantrad als gemeenteraadslid. Als je dit leest alweer zeven. Ik hoor het de burgemeester nog zeggen: honderden raadsleden had hij als burgemeester ooit de belofte of de eed afgenomen en slechts weinigen hadden zo krachtig als ik geroepen: “Dat beloof ik!” Ja hoor. Dat geloof je toch niet? Enfin, laat maar. We kennen onze burgemeester.
Het was een bewogen halfjaar, ondanks het zomerreces. Ik had een flauw idee wat me te wachten zou staan, maar wie kon voorzien dat het college de oppositie en uiteindelijk half Houten tegen zich in het harnas zou jagen. Het heeft ons een hoop werk bezorgd, maar dat is ook een beetje eigen schuld. Als we onze nek niet uitgestoken hadden, was er misschien niet eens zoveel protest tegen de kadernota en het gemeentehuis in het bijzonder geweest. Je weet het niet. In elk geval had de PvdA dan in alle opzichten minder aandacht gekregen. We mogen hopen dat het selectieve geheugen van de burger in ons voordeel zal werken.
Wat me het meest tegenviel, alle berichten van ervaren raadsleden ten spijt, is de kwaliteit, zowel inhoudelijk als procedureel. Die ellenlange, vaak nauwelijks ter zake doende uitweidingen van zowel raadsleden als college. Je ergert je wat af. Daar worden mensen op de tribune vast niet blij van. Maar die zijn er ook niet vaak zoveel als wanneer het gemeentehuis weer eens op de rol staat.
Uit al die ergernissen is gemakkelijk een irri-top-tien samen te stellen, al heb ik moeite met de rangorde. Dat je elkaar vliegen probeert af te vangen in een debat, is voor een keer niet erg, maar het gebeurt zo vaak. Dat je over een punt bijna hetzelfde zegt als de vorige spreker, alleen met nét een ander partijkleurtje, het is toch tijdverspilling? De arrogantie van het college om moties van de oppositie overbodig te noemen en dat dan dus alle collegepartijen tegen stemmen. Een voorzitter die persoonlijk wordt als kritiek geleverd wordt op een onderwerp dat hem na aan het hart ligt. Een voorzitter die tijdens een betoog gezellig met anderen gaat zitten praten. Heel motiverend… Ik ben er niet uit wat op de eerste plaats zou komen.
Het zou te wensen zijn dat de belangstelling op de publieke tribune zo groot bleef als de laatste maanden het geval is. Laat iedereen maar eens zien wat de mensen die ze gekozen hebben, ervan terecht brengen. Natuurlijk hoop ik dan dat zoiets in ons voordeel werkt. Maar zelfs als dat bij de volgende gemeenteraadsverkiezing geen aardverschuiving teweeg brengt, dan kunnen we tenminste vaststellen dat de kiezers gemiddeld gesproken anders tegen het begrip kwaliteit aankijken dan wij. Waarmee de ergernis overbodig geworden is, want het volk heeft gekozen.
We hebben nog een maand of dertig om ons te onderscheiden.
[november 1999]