Door op 16 oktober 2007

LASTIG

In zijn beschouwing onder de titel ‘Rita Verdonk is trots op Nederland. U ook?’ geeft Hans Wansink *) wat overwegingen die ik niet helemaal kan volgen. Hij stelt bijvoorbeeld: “Populisten ontkennen altijd de ideologische tegenstelling tussen links en rechts. Want in hun ogen is de echte tegenstelling die tussen de elite en het volk. De ‘gewone mensen’ willen immers niets anders dan een kleine, maar goed functio­nerende overheid die hen beschermt tegen de boze buiten­wereld en die hen verder niet lastig valt.”

Nogal wiedes, is je eerste reactie, dat wil iedereen wel. Zoals ik wel eens heb betoogd: laten we blij zijn dat er mensen zijn die ons land willen besturen, zodat ik gewoon m’n eigen ding kan doen en de overheid intussen zorgt dat er gas, water en stroom in huis komt, dat er bussen en treinen rijden en genoeg asfalt ligt om in de file te kunnen staan. Dan wil ik ook nog wel elke vier jaar beoordelen of ze dat goed gedaan heeft en naar de stembus gaan. En, inder­daad, in die tussentijd liever geen gezeik aan m’n hoofd.

Laat die mensen hun werk doen en mij niet lastig vallen met elke scheet die hen dwars zit en met een referendum voor dit en voor dat. Als ik zo nodig tussen­tijds een mening wil geven over die kleine, maar goed functionerende overheid, dan kan ik lid worden van een politieke partij en mijn volksvertegenwoordigers aanspreken, of genoeg medestanders zoeken om een referendum te laten houden over een wan­toestand.

Nou heb ik makkelijk praten, natuurlijk. Bij mij in de straat geen kut-Marok­kanen, geen corruptie, geen verval, alleen af en toe een luxe probleempje.

De gewone mens die ik ben (of is dit te elitair gedacht?) vindt dat hij zelden of nooit door de overheid wordt lastiggevallen. Alleen de media maken van elke scheet een donderslag. Dat is pas lastigvallen!

Als Wansink gelijk heeft, dan biedt het heersende systeem, dat volgens veel mensen zo ondemocratisch is, toch precies wat “de gewone mensen” willen. Meer – en beter ook – dan de ‘politieke bewegingen’ van Verdonk en Wilders, die wel zeggen te luis­teren naar ‘de mensen’ maar verder alleen belangstelling hebben voor hun stem bij de verkiezingen en – vooral – hun donaties.

En nog iets: als mevrouw Verdonk zo trots is op Nederland, dan mag ze het wel eens wat vaker hebben over ‘óns land’ in plaats van ‘dit land’.

 

[oktober 2007]

 

*) in De Volkskrant van 20 oktober