Door op 10 juni 1994

EIGEN

Ik vond ze -zeker op het oog- wel aardig passen bij de partij die ze vertegenwoor­digen: Frits, zonder stropdas maar met zijn gewaagdste polo aan, Berten lekker noncha, De Vries met zijn waakzame jullie-moeten-bezuinigen-blik en natuurlijk meisje Maij. Hoe zij toch in hemelsnaam Jan Blokker tot vertedering brengt?

Mevrouw Maij kijkt altijd zo streng, zo vreugdeloos, hoe zal ik het zeggen, zo onaards, een beetje afwezig, alsof ze met haar gedachten al in het hiernamaals is. Dat had ze nu ook weer, maar af en toe leek ze echt blij, als ze vertelde dat de eigen kiezers van het CDA het hem toch maar weer gelapt hadden.

Ze was er vol van: de eigen kiezers, de eigen mensen, de eigen achterban, het kon niet eigen genoeg. Met de collega-Europarlementariërs was ze wel eens dat de lage opkomst alle reden tot zorg gaf, maar dat van de kiezers bijna een derde de stem aan het CDA had gegeven, dat kon toch niet anders betekenen dan dat de eigen aanhang het oude nest weer had gevonden.

 

Ik geloof dat ze zich vergist: ik denk dat de eigen CDA-aanhang nooit weggeweest is, maar zich bij elke verkiezing naar de stembus sleept, wat er ook gebeurt, en daar op het CDA stemt, wat er ook gebeurt. Alleen: als iedereen gaat stemmen valt het niet zo op. Daarom blijf ik roepen: ga stemmen als er iets te kiezen valt, al is het nog zo onbenullig.

 

Van oudsher mogen wij PvdA’ers bij verkiezingsuitslagen die ons tegenvallen, graag de schuld geven aan een slechte opkomst. De opiniepeilers zijn het daar niet altijd mee eens, afhankelijk van het politieke klimaat, maar ik behoor tot de aanhangers van die opvatting. De verloren-zoon-blijdschap van mevrouw Maij is niet op zijn plaats, maar ze mag zich volgens mij echt verheugen in het bestaan van de eigen kiezers.

Ik ben daar eigenlijk wel jaloers op: zo’n vaste kern met een rotsvast geloof of blind vertrouwen, of wat is het eigenlijk. Je kunt wel zeggen dat onze achterban een vol­wassen gedrag vertoont en tenminste zelf in staat is om uit te maken of een verkie­zing zinvol is, maar je ziet wat er gebeurt: de volgzame schapen gaan er met de meeste zetels vandoor.

Liever noem ik het misplaatste trots. Je kunt je wel te goed voelen om aan het cir­cus mee te doen, maar dan had je eerder moeten zorgen dat het circus er niet kwam.

 

[juni 1994]