Arie Groenevelt Lezing 2017
Het is mij een grote eer en een groot genoegen de Arie Groenevelt lezing van dit jaar te mogen voordragen. Als wij iets van hem kunnen leren dan is dat rechtvaardigheid en solidariteit bevochten moeten worden. Telkens weer. Omdat wij de lat steeds hoger leggen. Omdat we de rest van Nederland er steeds weer aan moeten herinneren dat vooruitgang voor de één niet automatisch vooruitgang voor de ander betekent.
Hoe zie ik de toekomst van de sociaal democratie? Dat is altijd een gevaarlijke vraag. Want de veronderstelling is dat we dat niet weten en dat kan nooit een goed teken zijn.Nog gevaarlijker is de angst dat die toekomst zo ongewis is, dat er meer existentiële vragen bij komen kijken over de Partij. Dat is onze club nogal eigen: dat we in tijden waarin het ons niet voor de wind lijkt te gaan hardop gaan somberen over of we er eigenlijk nog wel toe doen?
Laat mij beginnen te zeggen dat dat zeker het geval is. De afgelopen vier jaar hebben wij aan het roer gestaan toen Nederland, toen onze verzorgingstaat, door de storm moest worden geloodst. En nu we in rustiger vaarwater zijn, de wind zelfs weer vol in de zeilen blaast, kunnen we concluderen dat we dankzij onze inzet niet alleen belangrijke kroonjuwelen overeind hebben gehouden, nee: we hebben de verzorgingstaat zelfs klaar voor de toekomst gemaakt.
Is dat niet wat in onze genen zit? Niet weglopen maar verantwoordelijkheid nemen, juist als het moeilijk is. Daarbij kwetsbare mensen beschermen en solidariteit koesteren.
Daarmee heeft de PvdA voor de komende tientallen jaren onze verzorgingsstaat weer nieuw perspectief gegeven. Het is linkse mensen niet eigen aan borstklopperij te doen. Maar op de afgelopen vier jaar mogen, nee moéten we trots op zijn. Niet omdat het moeilijk was: nee, omdat het makkelijker is de verzorgingsstaat te laten barsten in plaats van hem te buigen. Die keuze was gemaakt als we niet in de regering hadden gezeten. Maar dankzij de PvdA is dat niet gebeurd.
Is er dan geen reden voor zorg? Ja zeker wel. Helaas. Op momenten waarop ik de ontwikkelingen in de wereld buiten bekijk en tot me door laat dringen. Op de momenten waarop ik met vrienden, familie of collega’s over die ontwikkelingen spreek en bedenk wat ze betekenen voor de toekomst van mezelf, mijn kinderen en mijn land, grote zorgen.
We zagen een man die als geen ander hoop, optimisme en gewetensvolle politiek aan elkaar verbond. Die integriteit, fatsoen en bescheidenheid over zijn eigen positie hoog in het vaandel had. Die het presidentschap van Amerika en daarmee het aanzien van het westen een nieuwe morele impuls gaf. Omdat hij oog had voor alle groepen in de samenleving. Omdat hij wist hoe destructief een politiek van verdeel en heers kan zijn en hoe vruchtbaar een politiek van saamhorigheid. Een man die zichzelf eerder kleiner dan groter maakte zodat hij ruimte aan anderen gaf. Die juist daarom heel groot werd. We zagen hoe deze man werd opgevolgd. Het contrast met zijn opvolger kan niet groter zijn. Het ongemak dat het in mij veroorzaakt strijd nog tussen angst en relativering.
Gerust ben ik er niet op. Bezorgd wel. Al was het maar omdat we bedolven lijken te worden onder een waterval van ontwikkelingen die deze angst versterken. Brexit. Isis. Wilders. Vluchtelingen. Rusland. Klimaat. Ongelijkheid. Verdeeldheid. Angst.
En daar sta je dan. En dan is de vraag: hoe zie jij de toekomst van de sociaal democratie? Ik zal u zeggen: als u niet optimistisch bent over de toekomst van onze club, dan is dat niet erg. Dat ben ik dan wel.
En als u al niet optimistisch bent, voelt u dan wel de urgentie om in actie te komen. Om een tegengeluid te laten horen. Want de verdeeldheid van Trump, Wilders en Le Pen is niet alleen ons land, maar ook ons politieke bestel binnengeslopen. Niet heel langzaam, maar heel zeker.
Wie zich zorgen maakt over de verdeel en heers politiek van Trump, moet zich minstens zoveel zorgen maken over de ontwikkeling die in ons eigen land onder onze eigen ogen plaatsvindt. Als er ooit een reden was voor een sterke Partij van de Arbeid, dan is het deze verdeeldheid. We willen geen land waar wie je bent, waar je geboren bent en in welk hokje je past je toekomst bepaalt.
Dáár ligt de grote opdracht van onze tijd. Dáár ligt de grote opdracht van de sociaal democratie. Verbinden, solidariteit, niet ik maar wij. Inderdaad onze idealen die nu meer dan ooit nodig zijn. Ook wij weten hoe vruchtbaar een politiek van saamhorigheid is.
Onze grote kracht is dat de PvdA er niet alleen is voor arm, rijk, jong, oud, autochtoon, allochtoon, hoog en laag opgeleid: de Partij van de Arbeid weet dat je de belangen, zorgen en dromen van al deze mensen moet verenigen.
De nieuwe wegen die worden ingeslagen door nieuwe partijen zijn vooral zijwegen. Doodlopende wegen. Wegen die gemaakt zijn voor sommigen en niet voor allen. De grote uitdaging voor de PvdA is te laten zien hoeveel waardevoller het is om samen op te trekken. Om de verbinding te zoeken om samen vooruit te komen. Wat ik maar wil zeggen: de noodzaak voor een sterke PvdA is er.
Nu nog de vraag hoe we de rest van Nederland daar van overtuigen. Ik denk dat onze belangrijkste opgave is dat we blijven dromen. Er zijn destructieve krachten en doembeelden zat zonder ons. Wij moeten een perspectief blijven schetsen. Over hoe de wereld kan zijn, los van hoe die nu is.
Over hoe wij denken kansen te kunnen bieden aan ieder kind, in welk deel van de stad zijn wieg ook staat. Over de schone lucht die hij kan ademen. Over de vaste baan die hij kan krijgen. Over de goede kinderopvang zodat hij en zijn vrouw samen kunnen zorgen. Over het goede pensioen dat hij kan sparen. De goede zorg die hij kan krijgen als hij oud is. En de mooie wereld die hij daarna kan achterlaten voor zijn eigen kinderen.
En als we die droom naast de weerbarstige werkelijkheid leggen moeten we een weg zoeken. Een begaanbaar paadje dat alleen wij zien door het woud van pessimisme. Een paadje waar we een weg van kunnen maken die voor iedereen te bewandelen is. Arm, rijk, jong, oud, autochtoon, allochtoon, hoog en laag opgeleid. Zodat we samen kunnen werken om die droom te bereiken. Zodat we weer bereid zijn offers aan elkaar te brengen. Omdat we weten dat we voor een hoger doel werken. Omdat we weten dat als we vallen een ander ons zal helpen opstaan. Omdat we elkaars vangnet zijn. Omdat we niet alleen solidair zijn door premie te betalen maar omdat we weten waarvoor we het doen. Dat is de rol van onze partij. Dromen, perspectieven schetsen, wegen zoeken, samen vooruit komen.
Makkelijk gezegd, moeilijk gedaan. De afgelopen vier jaar heb ik zelf onder moeilijke omstandigheden aan een droom mogen werken: betere zorg voor ouderen. Laat vooral ook duidelijk zijn dat het niet altijd makkelijk was. Laat ik de verpleegzorg er eens uit pakken, u heeft er veel over gehoord de laatste jaren.
Toen ik vier jaar geleden begon ging de discussie in de zorg niet over verpleeghuizen. Het ging over de huishoudelijke hulp. Daar werd op bezuinigd. Hoe durfden we. Hoe sociaal was dat eigenlijk?
Allereerst: als er een financiële tijdbom onder de zorg ligt moet je keuzes maken. Wie zegt dat dat niet zo is, is niet bezig met echt socialisme maar met zijlijn-socialisme. De SP heeft er een handje van. Zij zullen ook niet snel toegeven dat we nu meer geld uitgeven aan zorg dan vier jaar geleden. Dat is echt geen alternatief feit.
Zij zullen wel vragen hoe we het durven om mensen die hun hulp in het huishouden deels zelf kunnen regelen of betalen te vragen dat dan ook te doen. Ik vind het niet onredelijk te vragen wat je zelf kunt betalen en waar je de overheid nodig hebt. Op die manier zorgen we er voor dat ook voor alle andere ouderen huishoudelijke hulp beschikbaar is. Ik vind dat geen onredelijk verhaal. Ik vind het een heel sociale keuze.
Misschien nog wel belangrijker: door deze keuze te maken hoefden we niet te bezuinigen op de verpleegzorg. Ook vier jaar geleden, toen niemand nog sprak over onze ouderen in verpleeghuizen, vond ik al dat we dáár in ieder geval NIET op konden bezuinigen. Dus ja, we hebben op lichte vormen van ondersteuning thuis bezuinigd, om de zware zorg voor mensen die ons nog veel harder nodig hebben uit de wind te houden.
Daarna hebben we de bezuiniging op verpleeghuizen geschrapt en een plan gemaakt. Een plan om de angst bij mensen voor verpleeghuizen weg te nemen. Door de werkelijkheid van nu niet te accepteren zoals die is, maar door deze als vertrekpunt te zien voor een nieuwe werkelijkheid.
Dat kan ook: laten we niet vergeten dat het niet lang geleden gewoon was dat meerdere personen op één kamer lagen. Onder Jet Bussemaker hebben we bereikt dat er éénpersoonskamer kwamen. Nu is het tijd om van verpleeghuiskamer naar huiskamer te gaan.
Een nieuwe droom, een nieuw perspectief. Ik zal u vertellen wat ik dan zie. Geen groot gebouw maar kleine woongroepen. Waar familie en bekenden hun moeder of partner met een gerust hart naartoe brengen omdat ze weten dat alles op alles wordt gezet om er met hen voor te zorgen dat iemand zich thuis voelt. Omdat er naar dezelfde programma’s wordt gekeken, hetzelfde koekje bij de koffie ligt en dezelfde krant op tafel. Waar geen managementlagen nodig zijn. Waar verpleegkundige, bestuurder en bewoner elkaar kennen. Waar het personeel vaste contracten heeft. Waar ze geen bergen papierwerk hebben, maar bergen tijd voor goede zorg.
Dat is ons wenkend perspectief. Zo willen mensen wel oud worden. Daar wil je als verpleegkundige of verzorgende wel werken. Dat kan de angst voor verpleeghuizen wegnemen.
Het is eigenlijk niet een heel ingewikkelde droom. Bedenk dat we nu aan iemand die in een verpleeghuis woont €80.000 per jaar besteden. Ga dan na hoeveel geld je hebt als je zes mensen die dergelijke zorg nodig hebben, bij elkaar brengt in een kleine setting. Bereken dan wat je daar aan personeel omheen kunt zetten en je verbijt je dat het niet overal allang zo geregeld is.
Dat is wat ik deed. Me verbijten. Nog steeds, als ik door de schuifdeuren van een groot verpleeghuis stap. Maar ik heb ook gezien dat mijn droom hier en daar werkelijkheid geworden is. En ik heb met iedereen die daar aan mee wilde werken een pad gezocht dat we samen konden bewandelen om die nieuwe werkelijkheid overal te creëren.
Dus hebben we plannen gemaakt. Om kwaliteit transparant te maken, omdat je wilt weten waar je je moeder heen brengt. Sinds januari van dit jaar is dat voor iedereen te zien. Ook een plan om in kaart te brengen waar zwakke verpleeghuizen zitten, zodat we ze kunnen helpen. U heeft gehoord van de zogenaamde zwarte lijst die hier uit voort kwam. Sommigen zeggen: schande dat die er is. Ik zeg: goed dat we het weten, dan kunnen we ingrijpen.
Een plan om opnieuw te definiëren wat wij goede kwaliteit van zorg vinden. Want, u zult het niet geloven, dat was nog nooit eerder gedaan. Sinds 1 januari van dit jaar hebben we een kwaliteitskader waar dat in staat zodat goede verpleeghuizen overal de norm zijn. Een plan om de opleidingen te verbeteren voor verplegend en verzorgend personeel: want als mensen steeds langer leven en langer ziek zijn vergt dat nieuwe vaardigheden. Om zinvolle dagbesteding te organiseren: want een verpleeghuis is niet alleen een plek waar je op tijd je eten en je pillen krijgt: het is je thuis en thuis moet het fijn zijn. En een plan om eisen te stellen aan bestuurders, zodat we veel beter in kunnen grijpen als dat nodig is.
Dat is de manier waarop wij als sociaal democraten moeten blijven werken. Wij moeten dromen bouwen. In weerwil van de deiningen die deze dromen verder buiten bereik lijken te brengen. Om optimistisch af te sluiten: het mooi is dat de grote hervormingen, waar zoveel felle debatten over zijn gevoerd, inmiddels gemeengoed zijn geworden. Nu de verkiezingsprogramma’s en de doorrekeningen daarvan bekend zijn zien we dat de hervormingen in de zorg worden door niemand teruggedraaid. Sterker, ook de andere partijen zien nu het grote belang van verder investeren in verpleegzorg en wijkverpleging. Zo heeft de VVD 2 miljard vrij gemaakt voor verpleeghuizen. We hebben ze wel eens anders meegemaakt. Maar het gaat niet om het moment van bekeren, maar om het bekeren zelf. Kortom: dat onze droom over zorg dichtbij en waardig ouder worden niet alleen werkelijkheid wordt, maar ook omarmd wordt door vrijwel alle andere partijen. En dus kunnen we weer nieuwe dromen zoeken. Nieuwe wegen zoeken. Nieuwe idealen bereiken.
Met steeds dezelfde principes in de hand telkens opnieuw de strijd aangaan. Dat is de kern van onze beweging. Dat is wat Arie Groenevelt als geen ander belichaamt. Ik hoop dat wij ons nog lang door hem mogen laten inspireren.