1994
Is er leven voor de PvdA na 1994?
Deze prangende vraag houdt menig lid bezig, daaronder vooral degenen die hun bijdrage leveren aan het verkiezingsprogramma. Ik hoop dat dezen een ogenblik van hun kostbare tijd hebben besteed aan het programma dat Jan Pen schreef in het decembernummer van S&D.
De emeritus-hoogleraar economie heeft minder dan twee kantjes nodig (klein gedrukt, ik geef het toe) voor zijn 10-puntige versie van het program. Ik licht er een punt uit:
8. Omdat we langzamerhand hebben begrepen dat de veiligheid van de burgers door de meeste Nederlanders als een topprioriteit wordt gezien, verklaren we plechtig dat we de criminaliteit zullen bestrijden. Voorkomen ware natuurlijk beter (…), maar daar kunnen we niet op wachten. Dus willen we de pakkans verhogen en willen we een snellere berechting. Dat betekent meer politie op straat, te voet en per rijwiel. Er komen duizenden wijkagenten. De rechten van de verdachten blijven echter wat zij zijn, want het is beter dat er een paar boeven vrij rondlopen dan dat er onschuldigen in de gevangenis zitten. Als verdachten vrijuit gaan door fouten in de procesgang zullen wij dat betreuren en zullen wij er iets aan doen door betere voorzieningen bij de parketten, maar we zullen er niet over jammeren – dat laten wij over aan De Telegraaf. Verder wordt er voor iedereen een identificatieplicht ingevoerd.
Ik heb, met uitzondering van een verwijzing naar een ander deel van het stuk, het gehele punt geciteerd, omdat het levensgevaarlijk is afzonderlijke zinnen aan te halen. Zo is de associatie van de laatste zin over identificatieplicht gauw in verband gebracht met het begrip politiestaat, als privacy je stokpaardje is. Overigens, als je die overgevoeligheid bezit, dan zal het jaartal in de aanhef ook wel herinneringen oproepen aan het boek 1984 van George Orwell, u weet wel, van Big Brother is watching you.
Waarom trouwens, nu we het er toch over hebben, die verheerlijking van de privacy als het gaat om identificatie- of legitimatieplicht? Zoveel hebben deze met elkaar niet te maken. Meer dan de helft van de volwassen Nederlanders, want allen met een auto, vindt het normaal als door de politie naar het rijbewijs en de autopapieren gevraagd wordt. Nog meer tonen zelfverzekerd hun paspoort bij de douane, op weg naar een populaire vakantiebestemming. Iedere houder van een bankrekening zal billijken dat de loketbediende een legitimatiebewijs verlangt alvorens te betalen.
Behalve de achtenswaardige lieden die uit edele motieven de legitimatieplicht afwijzen, is er nóg een groep mensen die er belang bij heeft dat er geen legitimatieplicht komt: de groep die gewoonlijk wordt aangeduid als criminelen.
Zolang ik zelfs de politie niet op mijn erf hoef te laten, vind ik mijn privacy niet echt in gevaar en neem ik op de koop toe dat naar mijn identiteit gevraagd kan worden.
[februari 1993]