Door op 28 juni 2014

ENQUÊTE

Onlangs zag ik dat Marcel van Dam, voorheen voorzitter van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw, voor de enquêtecommissie woningcorporaties zijn visie gaf op de reikwijdte van de bevoegdheden en taken van het fonds. Het WSW is geen toezichthouder; corporaties die geen borg vragen, zijn onzichtbaar voor het fonds. Punt.

Het bracht me terug naar de jaren dat ik lid van de Raad van Commissarissen was bij een van de woningcorporaties in Houten, die toen nog verenigingen waren. Solide verenigingen met maar één doel: sociale woningbouw. Juist in die tijd, in 1993 begonnen, woedde de verzelfstandiging in corporatieland waarbij de verenigingen werden omgevormd tot stichtingen. De discussies in onze driepersoons RvC spitsten zich toe op het vervallen van de zeggenschap van de leden van de vereniging, het toekomstige taakveld van corporaties en het risico dat de meer draagkrachtige corporaties de verleiding tot projectontwikkelaartje spelen niet zouden kunnen weerstaan. In Houten niet zo’n zorg, maar je kon met je boerenverstand dus toen al zien hoe het zou kunnen ontsporen.

Ik heb de ontwikkelingen niet meer van dichtbij mogen*) meemaken, doordat ik na de gemeenteraads­verkie­zing in 1998 lid werd van een raadscommissie.

U begrijpt dat ik de berichten over de verhoren van de parlementaire enquêtecommissie met meer dan normale belangstelling volg. Er verschijnt dagelijks wel informatie waarbij ik denk: Zie je wel? of: Het verbaast me niks.

In de Groene Amsterdammer van 19 juni werd mijn aandacht getrokken door de kop Van Ruilen Komt Huilen, met de bovenkop: Over toezicht op woningcorporaties valt altijd te praten. In hun commentaar op en vraagtekens bij de enquête merken de schrijvers op: “Het toezicht werd willens en wetens uit handen gegeven (door de overheid – HS), het zwaartepunt kwam te liggen bij het interne toezicht: de raden van commissarissen die het dagelijks bestuur van de corporatie controleren. De vrijgelaten corporaties mochten zichzelf reguleren en bedachten steeds meer middelen om ongewenste overheidsbemoeienis voor te zijn.”

De mantra was ‘minder overheid, meer markt’. Af en toe riep een staatssecretaris dat het zo eigenlijk niet kon, maar pas staatssecretaris “Eberhard van der Laan (PvdA) zei op een gegeven moment: ‘We gaan het als overheid weer reguleren!’” Er zou één krachtige Financiële Autoriteit Woningcorporaties komen. Helaas schoof minister Blok dat plan vorig jaar alweer terzijde, wat hem de verhuurdersheffing opleverde. De ruil dus.

De schrijvers concluderen: De parlementaire enquête, die was al achter de rug voordat ze goed en wel begonnen was…

*) Niet mogen is hier letterlijk bedoeld, want die functie kan niet samengaan met een functie bij een corporatie. Belangenverstrengeling, dat snapt een kind.

[juni 2014]