Begroting 2021 in tijden van corona
Een begroting is altijd een mix is van feiten, aannames en risico’s. Door coronapandemie is het wel een heel onzekere mix geworden. De PvdA vindt dat ondanks die onzekerheid het onze taak is ook voor 2021 zo reëel mogelijk te begroten en risico’s in te schatten.
We zijn echt blij dat Houten ondanks alles nog steeds financieel gezond is. Maar we zijn er nog niet: we hebben als gemeente te maken met drie grote financiële onzekerheden. Ten eerste weten we niet wat de effecten zijn van de herijking van het gemeentefonds door het Rijk. Bijna 60 procent van de Houtense begroting van 120 miljoen komt uit dat fonds. Als we minder geld krijgen uit dit fonds hakt het er meteen flink in. Ook weten we nog niet hoeveel geld we van het Rijk krijgen om de gevolgen van de economische recessie door corona op te vangen. En tenslotte weten we ook nog niet of het Rijk over de brug komt om de hoge kosten voor de jeugdhulp te dekken. Hierdoor kan het uiteindelijke begrotingsresultaat flink afwijken van de begroting die voor 2021 is gepresenteerd. Uitgangspunt voor de PvdA is dat juist in deze barre en onzekere tijden we er voor moeten zorgen dat zorg en zekerheid overeind blijven. In het debat over de begroting afgelopen week heeft de PvdA daarom vier onderwerpen aan de orde gesteld.
We kunnen er niet omheen dat we nog steeds grote zorgen hebben over de ontwikkelingen in de jeugdzorg. Voor alle duidelijkheid, het idee dat jeugdzorg dichter bij mensen moest komen en dus gedecentraliseerd is naar gemeentes toe, is een prima plan. Maar we zijn het eens met de voorzitter van Jeugdzorg Nederland, Hans Spigt, die stelt dat jeugdzorg in korte tijd in een giftig systeem terecht is gekomen. Grotere instanties die meer complexe zorg leveren komen in de rode cijfers en kampen met een personeelstekort, terwijl aan de andere kant nieuwe partijen (die vaak lichte zorg bieden) tot wel 35% winst boeken.
Jeugdzorg is ook bij de gemeente Houten een grote kostenpost. Dat leidt tot nadruk op goedkopere hulp en een strakkere sturing. Dat gaat helaas ook ten koste van visievorming en ontwikkeling voor de lange termijn. Omdat het voortdurend een overleven is op financieel gebied, komen we in Houten niet toe aan waar het eigenlijk om gaat: hoe kunnen we de kwaliteit van de jeugdzorg vergroten? De échte winst, namelijk preventief werken, is nog te veel een belofte, nog te weinig praktijk. Waar wij ons grote zorgen over maken is dat we niet weten welke gevolgen de voorgenomen bezuinigingen op de jeugdzorg hebben. Wat betekent het voor de beschikbaarheid en de kwaliteit van de hulpverlening? Meerdere partijen hebben de wethouder met klem gevraagd snel te zorgen dat we als raad inzicht krijgen over de gevolgen van de bezuinigingen op de jeugdzorg.
En het kan natuurlijk niet zo zijn dat we door financiële knelpunten kansen moeten laten liggen voor betere zorg en hulpverlening aan ouders en kinderen. Het frustreert dat het maar niet van de grond komt, maar we spannen ook nog eens het paard achter de wagen. Ervaringen uit andere gemeenten leren dat innovatie op termijn tot structurele verlaging van de kosten leidt. Bijvoorbeeld door met sportverenigingen, onderwijs en wijkteams een vangnet op te bouwen voor jongeren die het nodig hebben. Èn je voorkomt dat jongeren in de gespecialiseerde jeugdzorg terecht komen.
En dan is er nog een hoofdpijn dossier: het gaat om de regeling voor huishoudelijke ondersteuning. Deze regeling uit de Wmo wordt ingezet om inwoners te ondersteunen bij het vergroten van hun zelfredzaamheid. In 2015 kreeg de gemeente deze taak over het Rijk. Medio 2018 heeft het Rijk de wet aangepast door de invoering van een abonnementstarief en werd de regeling niet meer afhankelijk van het inkomen, wat eerst wel zo was. Je kon natuurlijk zien aankomen dat het beroep op deze voorziening dan natuurlijk flink toeneemt: de gemeente die je huishoudelijke hulp subsidieert. Landelijk gezien is bij mensen met een inkomen van 100.000 euro of meer, het beroep op huishoudelijke hulp met bijna tachtig procent gestegen. Onlangs heeft het kabinet aangegeven deze aanzuigende werking niet te compenseren. In Houten zien we een enorme stijging, in 2019 zijn de uitgaven voor deze regeling gestegen van € 1,3 miljoen naar € 1,7, een groei van 29%! Een verandering is dringend gewenst, want op deze wijze wordt het niet alleen onbetaalbaar, maar ondermijnt het ook de bedoeling van de wet. De PvdA heeft het college opgeroepen samen met de VNG en andere gemeenten met een oplossing te komen voor dit probleem. We staan hier als Houten niet alleen in, in veel Nederlandse gemeenten wordt er gezocht naar mogelijkheden om dit te corrigeren. Ook de landelijke commissie ‘Toekomst zorg thuiswonende ouderen’ opperde in januari 2020 al het idee om de huishoudelijke zorg over te hevelen naar de bijzondere bijstand. We hebben samen met GroenLinks en de SGP een motie ingediend. Gelukkig hebben alle partijen deze motie omarmd en is de oproep unaniem aangenomen.
We hebben ook aandacht gevraagd voor de positie van zzp-ers. In verhouding wonen en werken veel zzp-ers in Houten. Door corona hebben veel zzp-ers het financieel zwaar. Ook zij komen in de problemen door intelligente of gedeeltelijke lockdowns en krijgen te maken met schuldenproblematiek. Nu blijkt dat de sociale dienst (de WIL) zzp-ers met problematische schulden doorverwijst naar de Bijstand voor Zelfstandigheden en men niet (vanzelfsprekend) in aanmerking komt voor schuldhulpverlening via de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Maar het loket waar de zzp-ers naar doorverwezen worden, is niet bedoeld voor schuldhulpverlening. Zpp-ers dreigen dan tussen wal en schip te vallen. De PvdA heeft samen met Groen Links, SGP, D66, HA en ITH het college opgeroepen om dit probleem te onderzoeken (‘hoe groot is het probleem’) en te zorgen dat zzp-ers ook toegang krijgen tot de gemeentelijke schuldhulpverlening. Ook deze motie werd unaniem aangenomen in de raad.
Tenslotte hebben we nog eens onderstreept hoe belangrijk we het vinden dat het college zich gaat inzetten op het realiseren van garantiebanen binnen de gemeentelijke organisatie. De burgemeester heeft als portefeuillehouder aangegeven het onbestaanbaar te vinden dat de gemeente zelf onvoldoende garantiebanen creëert. Dat vinden we een uitstekende houding. Maar mocht dit toch niet snel tot resultaten leiden, dan hebben we de oproep gedaan om dan snel te schakelen en te zorgen dat er garantiebanen buiten de gemeentelijke organisatie worden gecreëerd. Het resultaat telt immers.
Zeker in tijden van corona, moeten we er ook in Houten voor zorgen dat zekerheid en de zorg voor elkaar overeind blijft. Kreten als ‘Iedereen telt mee’ en ‘Samen sterk’ zijn niet vrijblijvend, juist in deze tijd moeten we daar werk van maken.