Door op 4 november 2008

STAATSBEDRIJF

Nadat Wouter Bos zo alert gereageerd had op de gevolgen van de financiële crisis, oogstte hij complimenten van vriend en vijand. Ik voelde het met een zeker welge­vallen als terugkeer van daadkracht in het landsbestuur. Ook met een idee van: zie je wel, je kunt het niet aan de markt overlaten. De term nationalisatie werd zelfs door menigeen weer afgestoft.

Het lijkt me geen gewaagde veronderstelling dat Bos’ ervaring uit zijn verleden in het bedrijfsleven de regering bij het ingrijpen geholpen heeft. We kennen tenslotte meer dan genoeg anekdotes over ambtenaren en bestuurders die ons soms doen verlangen naar meer slagvaardigheid in het bestuur, van hoog tot laag. Als die nu eens bereikt zou kunnen worden door de goede voorbeelden uit het bedrijfsleven te volgen en de slechte na te laten, dan schoot het tenminste echt op.

Het lot van minister Vogelaar doet me vrezen dat het zo niet werkt. Als Bos er al, geholpen door de kredietcrisis, in slaagt de organisatie wat op te schudden, dan lijkt het nu alsof hij de menselijke kant van het besturen opoffert aan de zo gewenste slagvaardigheid.

O ja, natuurlijk, er moest nodig wat gebeuren aan het imago van Vogelaar en haar ministerie. Ik bewonder Ella Vogelaars levenshouding en deel veel van haar opvat­tingen, zeker die waarmee je de volksvertegenwoordigers van de PVV op de kast krijgt. Ik begrijp ook haar moeite met de weerzinwekkende journalistiek waarmee ze bij herhaling geconfronteerd werd. (Daar zouden soms standrechtelijke executies op gevolgd moeten zijn, maar dat is een ander verhaal.) Bij veel incidenten heb ik echter ook met de tenen krom gezeten, maar bovendien met het gevoel dat de partij haar maar wat liet aantobben.

In een organisatie hebben medewerkers, van laag tot hoog, recht op een fatsoen­lijke beoordeling van hun functioneren. Daarbij horen loopbaanbegeleiding en bij- en omscholing, en regelmatige afstemming tussen manager en medewerker. Alleen, als je hoog in de organisatie zit werkt het niet meer zo. Je wordt afgerekend op de verantwoordelijkheid die hoort bij de hoge functie. Zeggen ze. Daarom worden managers ook zo vet beloond, je kunt ze immers per direct op straat zetten..? Hoog afbreukrisico, heet dat.

Misschien hebben we bij het opstappen van Vogelaar wel te maken met zo’n weef­fout uit het bedrijfsleven. Ministers worden niet zó vet beloond, maar het afbreuk­risico is wél hoog. Je moet als staatsbedrijf niet alle gewoontes van het bedrijfsleven overnemen. Dat werkt zeker niet.

 

[november 2008]