KAPING
Hebt u dat ook wel eens? Je bent je aan het oriënteren op een nieuwe auto. Je kijkt wat rond en je ziet een model dat je wel bevalt. Zo goed bevalt, dat je er bijna verliefd op wordt en kooplustig begint te raken.
Met welgevallen, om van intiemere gevoelens maar te zwijgen, bekijk je verkoopfolders. Wervende teksten en oogstrelende foto’s. De auto met een lachend gezin eromheen op de oprijlaan van een villa, de auto aan een strand met van die mooie, uiterlijk goed gelukte mensen…
Op straat zie je alleen nog maar die auto van je dromen. Dan, opeens, valt je de bestuurder van zo’n auto op. Wat een patser, zeg! En het vervelende is dat je elke volgende keer dat je de droomauto ziet, weer aan die patser terugdenkt.
De liefde bekoelt en de kans is groot dat je teleurgesteld de inruil nog maar even uitstelt tot het echt nodig is. Je voelt je alsof je iets leuks is afgepakt, of je droom is gekaapt. (Maar, tel je zegeningen, je zult die auto maar gekocht hebben en dán pas die patser zien…)
Jaren terug had ik een dergelijk gevoel. Het begrip “gezond verstand” had voor mij altijd iets positiefs. Gezond verstand was handig: als je je gezonde verstand maar gebruikte, kwam je er wel. Toen kwam het landelijke ochtendblad De Telegraaf met een nieuwe reclamecampagne. De krant noemde zich opeens de gezondverstandkrant…
Door de koppeling aan De Telegraaf werd gezond verstand gedevalueerd tot het beladen “gesundes Volksempfinden”. De uitdrukking was gekaapt! Ik kan het sindsdien niet meer over gezond verstand hebben, zonder aan die krant te denken. En echt, als ik er graag aan dacht, dan had ik er wel een abonnement op gehad.
De geachte afgevaardigde van de PVV, de heer Wilders, is bezig me net zo’n streek te leveren. Hij gebruikt de woorden “schande” en “schandalig” voor van alles en nog wat. En váák! Niet alleen devalueert daardoor de gevoelswaarde van deze woorden, maar als iemand anders ze gebruikt dan neem je die langzamerhand ook niet meer ernstig. Rijp voor de prullenmand, gekaapt!
Van de “Woutertapes” is me voornamelijk bijgebleven dat het moedig is, je zo kwetsbaar op te stellen. Maar heus, ik voelde ook mee met Wouter Bos’ dilemma’s bij het bedenken van zijn verkiezingstoespraken. Inderdaad zijn veel waardevolle begrippen al zover afgesleten dat ze onbruikbaar geworden zijn om je nog mee te onderscheiden.
[april 2007]