Door op 11 januari 2000

ZIN

Al een tijdje moet ik steeds denken aan een zinnetje uit het ouwe jongens kroeg­repertoire (of is het van Loesje?):

“Jongen! Jij hier?! En je kon zo goed leren…”

Sinds in mijn vrienden- en kennissenkring meer bekend wordt dat ik raadslid ben, word ik vaker dan voorheen geconfronteerd met het soort vragen als: Waar heb je zin in?! Wat zie je er in? Hoe kom je daar zo bij? Vragen die ik nauwelijks hoorde toen ik nog gewoon partijlid was. Iets dat ik óók nooit onder stoelen of banken stak, dus verbazing over laten we zeggen: politiek engagement kan het niet zijn. Nee, ik proef meer een ondertoon van meewarigheid.

Je kunt natuurlijk zeggen dat ik met de verkeerde vrienden omga, maar dat is me te makkelijk. Daarvoor zijn bovendien de meeste van de vriendschappen me te dierbaar. Als ik helemaal eerlijk ben, dan moet ik wel vaststellen dat de vragenstellers ook meer in de categorie kennissen vallen. Ook zijn het altijd mensen die zelf niet méér met politiek te maken hebben dan dat ze nog wel eens naar het stemlokaal gaan, maar om nou te zeggen dat die niet deugen…

Als ik op de vragen in ga, is dat meestal met de wedervraag wat de steller wel denkt dat politiek is. Van de antwoorden die je dan krijgt, word je niet vrolijk. Begrippen als ambtenarij, geneuzel, tijdsverspilling en vriendjespolitiek zijn er vaak bij. Zelfs corruptie hoor ik soms. Vraag je hoe het beter kan, dan blijft het vaak stil. Eh, niet over nagedacht. Eh, aan de markt overlaten. De laatste is erg in trek, tegenwoordig.

Om kort te gaan, ik draai dan weer m’n verhaal af over wat ik denk dat politiek is. Ik hoop dat het niet alleen uit beleefdheid is, dat ze dan meestal op z’n minst zeggen dat daar veel in zit. Zo hou ik op mijn eigen privémanier de kruistocht tegen het onbenul gaande. Misschien meldt zich ooit nog een bekeerling. Voorlopig zijn vrienden en kennissen nog niet in groten getale bij ons weg gebleven.

In het laatste ledenblad PRO van deze eeuw schrijft partijvoorzitter Marijke van Hees onder meer dat “we de democratie levend (willen) houden en mensen betrekken bij onze debatten. (…) Dit vraagt om een actieve opstelling van onze volksvertegenwoordigers.” Hartgrondig mee eens. Ze stelt vervolgens dat de PvdA ook zelf moet investeren in kennis. Ben ik het ook mee eens. Als we maar wel de goede prioriteiten stellen: beginnen met die betrokkenheid. Kennis verwerven heeft geen zin als je intussen niemand meer hebt om er deelgenoot van te maken, behalve je eigen elitaire clubje.

Laten we er een mooie eeuw van maken. Aan het eerste deel kunnen we nog zelf wat doen.

[januari 2000]