Ongewenste huurders?
Gisteren viel ik van m’n stoel, niet letterlijk, maar toch. Ik zag schriftelijke vragen van ITH langskomen die suggereren dat de gemeente Houten het weer eens helemaal verkeerd doet. Dat is niets nieuws vanuit die partij. En begrijp me goed, dat ze vragen stellen aan het college is hun goed recht. Maar ik maak me wel boos over de inhoud en de suggestie die uit de vragen naar voren komen.
Waar gaat het over? We gaan éindelijk kantoren in Houten ombouwen tot appartementen voor starters en statushouders, waar we in Houten dringend behoefte aan hebben. Een plan dat raadsbreed, óók door ITH, is ondersteund en aangemoedigd. Nu is het eindelijk zo ver en dan is het weer niet goed, want er zou niet goed gecommuniceerd zijn en ‘de buurt’ maakt zich zorgen. ITH gooit vervolgens alle hele en halve zorgen op een hoop en gaat ermee aan de haal. Namens ‘de buurt’ pleit ITH voor planschadevergoeding omdat er geen koopappartementen, maar sociale huurwoningen worden gerealiseerd. Wat is dat nu? Zijn huurders soms tweederangs inwoners van Houten? Moet er gemeenschapsgeld op tafel komen omdat mensen met een smallere beurs blijkbaar ‘ongewenste enge buren’ zijn?
Ik ben op mijn stoel teruggekrabbeld en besefte weer waarom ik bij de PvdA ben: een partij die liever oplossingen zoekt en mensen verbindt, dan procedures en juridische haarkloverij aan te grijpen om onrust aan te wakkeren.