SOMBER
Hoe beter extreem rechts is georganiseerd, des te beperkter is het racistisch geweld. Kijk maar naar de Fransen, zeggen de aanhangers van deze stelling. Fout! Het racistisch geweld in Frankrijk doet niet alleen nauwelijks onder voor dat in Duitsland, het Front National is er vaak zelf de aanstichter van.
Deze tekst is de inleiding voor het artikel VALKUIL in De Groene Amsterdammer van 3 februari jl. door Jan Willem Duyvendak en Ruud Koopmans. Zij trekken hierin van leer tegen geruststellende taal in een serie publicaties in NRC Handelsblad, in december vorig jaar. Zo zou in Frankrijk nauwelijks gewelddadig racisme voorkomen tegen personen, doordat extreem rechts politiek georganiseerd is en Le Pen zijn troepen in de hand heeft.
Terecht merken de schrijvers op dat de ontwikkelingen ten kwade in het Duitsland van de jaren dertig blijkbaar voor velen geen les of zelfs maar een waarschuwing zijn. Juist omdat de leiders van extremistische organisaties er even perverse ideeën op na houden als hun volgelingen, is het een levensgevaarlijke fout om te denken dat racisme kan worden bestreden door aan het gedachtegoed van die organisaties tegemoet te komen.
Blijven we even op eigen bodem. Je hoort nogal eens beweren dat racisme in Nederland geen kans zou krijgen, waarbij wordt gewezen op de betrekkelijk geringe aanhang van de CD. Ook opiniepeilingen zouden dit uitwijzen.
Ik ben het daar allerminst mee eens. Ik vrees dat de CD er beter voor zou staan als Janmaat ook maar een beetje zou hebben van het kaliber van een Le Pen of een Schönhuber. Erger nog vind ik de lichtzinnigheid waarmee cijfers van onderzoekbureaus worden gehanteerd als waren het absoluut betrouwbare gegevens. Ik ben ervan overtuigd dat we de waarde van dergelijke cijfers meer moeten wantrouwen naarmate ze positiever worden uitgelegd.
Voorbeeld: Er wordt gevraagd naar je mening over buitenlanders, in het bijzonder de gekleurden. Je moet wel een enorme sukkel zijn om ronduit toe te geven dat je wat tegen buitenlanders hebt. Wie een beetje slim is roept toch meteen dat ie tegen racisme is. Niet dan?
Ik wil maar zeggen dat het omslagpunt van de publieke opinie in het nadeel van niet-blanken dichterbij is dan we zouden menen op basis van de cijfers.
Lezenswaardig is in dit verband de briefwisseling tussen een in Nederland wonende Duitse vrouw en haar familie in Duitsland in de dertiger jaren [1] De familieleden behoren bepaald tot de betere kringen, maar goede opvoeding en opleiding kunnen niet verhinderen dat het gif van de publiciteitsmachinerie zijn werk doet. (“En dat bruine hemd staat vader eigenlijk best goed.”)
Waarom zou dat hier anders werken? Ik ben daar somber over.
[maart 1993]
[1]Hedda Kalshoven-Brester: Ik denk zoveel aan jullie ISBN 90-254-6914-x