Door op 22 februari 2013

SOBER

Een paar dagen voordat de koningin bekend maakte dat ze haar troon gaat afstaan aan haar zoon, kwamen we van een lange, verre vakantie terug op Schiphol, zo ver dat we langs de paspoortcontrole moesten. De marechaussee van dienst kon er nog niet zo heel lang zitten, want het was nog vóór zeven uur in de ochtend, maar hij keek al geroutineerd, wat verveeld zelfs, naar de langs trekkende passagiers. Ik over­woog nog hem wat op te vrolijken met de mededeling dat hij Beatrix kon melden dat wij weer in het land waren, maar iets weerhield me daarvan. Misschien wel de rij achter ons.

Ondanks de jetlag waren we de bewuste maandagavond nog wakker genoeg om de aankondiging tot ons te nemen, zelfs ook veel van het aansluitende commentaar. Niettemin ontging mij veel, maar een punt dat onze premier naar voren bracht, waarschijnlijk tussen heel veel andere belangwekkende zaken, bleef me bezig hou­den: de inhuldiging van koning Willem Alexander zou een sobere plechtigheid worden.

Een sobere plechtigheid. Waarom in hemelsnaam sober? Hoe vaak maken we mee dat een nieuwe koning of koningin aantreedt? Oké, een nieuwe koningin komt in een mensenleven wel vaker voor, in het mijne al twee keer, maar een nieuwe koning is al in geen tijden gebeurd. Maakt niet uit. Schatten we het aantal inhuldigingen op drie per eeuw, dat is toch niet overdreven?

Wat kost nu zo’n inhuldiging? Ik heb eigenlijk geen idee, maar ik bedoel ook meer: waar bestaan die kosten uit en waarop kun je dan besparen? Besparen kun je niet op de onvermijdelijke kosten, zoals beveiliging door politie en leger en het zou me niet verbazen als daar het grootste deel van de kosten in gaat zitten. Wat blijft er dan over om te versoberen? Zaalhuur, hapjes, drankjes? De hermelijnen mantel in de kist laten in plaats van verstellen? De rijtoer inkorten of zelfs helemaal laten vervallen, laat staan ook nog eens die koningssloep opkalefateren?

Nee, het idee van een sobere inhuldiging komt me wat lullig voor. Pak toch gewoon lekker uit voor die ene keer in de dertig jaar. Daar heeft iedereen plezier van, zelfs zo’n amateurrepublikein als ik. Als je het koningshuis in stand wil hou­den, én je vindt dat iedereen moet inleveren, beknibbel dan niet op zulke inciden­tele gebeur­tenissen, maar op de jaarlijkse toelagen voor de leden van het koninklijk huis, ook daar heb je plezier van. Elk jaar weer.

[februari 2013]