Door op 1 februari 2005

SIMPEL

Wouter Bos was juist aan zijn eerste termijn begonnen toen ik de tv inschakelde en in het debat viel over de voorgenomen bestuurlijke maatregelen van het kabinet in zijn strijd tegen het terrorisme. Gaandeweg werd hij verscheidene keren geïnter­rum­peerd met de vraag of hij niet duidelijker kon zeggen of de PvdA nou voor of tegen de voorstellen was.

Bos antwoordde daarop dat het niet ging over voorstellen, maar een brief met voor­nemens van het kabinet, dat hij dus nog niet alle details kende en dat hij eerst de definitieve voorstellen wilde zien, voordat hij zich daarover zou uitspreken. Intussen zei hij behartigenswaardige dingen waar ik het roerend mee eens was en bleek hij zijn zaakjes uitstekend te kennen.

Van Aartsen probeerde nog dat je al die dure ambtenaren niet alles kunt laten uitwerken en dan pas zeggen of het deugt. Verhagen riep een paar keer dat Bos hem onjuist citeerde, terwijl die zich juist uitstekend had voorbereid en uit de handelingen de gewraakte passages voorlas… Bij mij kwam het fractiestandpunt in elk geval duidelijk over: zolang het kabinet niet precies vertelt wat de plannen inhouden, kunnen we ze niet toetsen en er een oordeel over vellen.

Ik kon er niet voor thuisblijven en hoorde later op de autoradio met een half oor fragmenten van het debat en de commentaren daarop. Na de eerste termijn, begreep ik, kon het kabinet rekenen op ruime steun voor het uitwerken van de plannen. De regeringspartijen waren vóór (alleen D66 was tegen 3 van de 94 punten). Wilders en de LPF ook, natuurlijk. GroenLinks en de SP waren tegen, maar van de PvdA was niet duidelijk welk standpunt de fractie innam.

Verdikkeme, dacht ik eerst, heb ik dan toch niet goed geluisterd? Was ik zo onder de indruk van Bos’ betoog geweest dat ik het toch niet goed begrepen had? Bij mij was immers blijven hangen dat Bos klip en klaar had uitgelegd wat hij ervan vond en waarom hij geen oordeel wilde geven over de kabinetsvoornemens.

Ik heb maar geconcludeerd dat het weer de schuld van de media was, waardoor ik dacht iets anders gehoord te hebben dan de verslaggever.

Tijdens een bijeenkomst van de VNG, vorig jaar, over onder meer omgaan met de pers, zei een tv-directeur dat het heel simpel was: de journalist maakt zíjn verhaal en het is maar toeval als het resultaat geworden is wat de politicus heeft willen over­brengen.

 

[februari 2005]