LENEN
Op de derde dinsdag van september werd mijn tante 100 jaar. Heel Jubbega Derde Sluis op zijn kop. De pers d’r bij, de burgemeester op bezoek met een van zijn wethouders (van de PvdA, met een aardigheidje van de partij, want tante behoort tot de oude garde, lang geleden ook nog wethouder voor de SDAP geweest), bijna nog de fanfare op de stoep, het kon niet op. De lococommissaris der Koningin van Friesland stuurde een warme felicitatie, mede namens de koningin. Zijzelf was helaas verhinderd wegens verplichtingen in Den Haag, maar het is evengoed een leuke dag geworden.
Of Beatrix ook zo’n leuke dag gehad heeft, valt te betwijfelen, al reppen de kranten daar niet over. Het was nog een heel verhaal dat ze moest voorlezen, las ik de volgende dag. Misschien een uitdaging om voor te lezen, maar weinig boeiend voor de luisteraar. Natuurlijk is de hele staatshuishouding te complex om in één oogopslag aan de burger duidelijk te maken, maar de bekende taart- en staafdiagrammen in de krant gaven tenminste een idee. In de begroting voor 1999 trof mij weer het taartpuntje met het bijschrift “Rente op staatsschuld 31,2” bij de uitgavenpot van 231,9 miljard. Daarnaast stond in De Volkskrant de kop ‘Zonnige Zalm is vol zorg’. Zou ik ook zijn bij zulke bedragen, maar in de samenvatting onder het kopje geen woord over die rente.
Het zat me niet lekker. Werd hier een schandaal verzwegen of stelde het niets voor? Hoeveel is trouwens 31,2 miljard? Laten we het daar eens over hebben. Ik vind een miljoen al veel, al is dat tegenwoordig ook nog maar drie knappe eengezinswoningen, maar hier hebben we het over 31.200 miljoen, 31.200.000.000 gulden, bijna honderdduizend knappe eengezinswoningen.
Stel dat de gemiddelde rente van al dat geleende geld 5 procent is (het zal wel meer zijn, maar dit rekent al moeilijk genoeg), dan gaat het toch om 624 miljard aan geleend geld. Maar ik hoor niemand piepen, dus het zal wel geen probleem zijn. Hoort zeker bij het creatief omgaan met geld.
Creatief met geld omgaan in de betekenis van goochelen met cijfers en er per saldo beter van worden, liefst véél beter, wordt ook voor de gewone man steeds aantrekkelijker gemaakt. Moest de gewone man zijn creativiteit vroeger, zeker in de tijd van mijn tante, uitleven in het omdraaien van dubbeltjes, tegenwoordig kan hij kiezen uit een ongedacht aantal manieren om zijn geld te beleggen. Daarbij maakt het niet uit of het je eigen geld is of geld dat je geleend hebt. Wel hebben al die manieren gemeen dat er op grote schaal belastingvoordeel genoten wordt, dus op de een of andere wijze betaalt je buurman via de belastingen mee aan jouw winst. Als hij tenminste niet zelf ook zo creatief is.
Het nieuwste dat ik laatst hoorde, is het hypotheekfonds. Een soort belegging die ongeveer even arm aan risico is als de door echte beleggers meesmuilend bekeken obligaties. Kun je geld verdienen aan de buurman door jouw geld te steken in een hypotheekfonds bij de bank waar hij zijn huis gefinancierd heeft. Heb je geen geld, dan kun je op de overwaarde van je huis nog wel een hypotheek erbij krijgen en dat geld gebruiken… Hoe verzin je het.
[september 1998]