Integrale Verordening Jeugdhulp en WMO: De inwoner centraal!
De gemeente is er voor haar inwoners! Zeker als inwoners hulp nodig hebben als hun eigen kracht te kort schiet. Je zult maar in een moeilijke gezinssituatie zitten en op zoek zijn naar passende, goede hulp, die snel ingezet kan worden! Dan wil je dat de gemeente je duidelijk aangeeft waar je aan toe bent. De gemeente maakt daarvoor voorschriften in een ‘verordening’ die aangeeft hoe te handelen bij een hulpvraag van een inwoner aan de gemeente. Feitelijk is het wetgeving op gemeentelijke niveau. Belangrijk dus. De PvdA fractie was dan ook blij met de stap die de gemeente heeft gezet met de nieuwe Integrale Verordening Jeugdhulp en WMO. Deze is behandeld tijdens de gemeenteraad van 17 november 2020. Eerst waren er twee losse verordeningen en nu zijn deze samengevoegd tot één document.
We hebben als PvdA vooral beoordeeld hoe deze verordening omgaat met situaties, waarbij snel handelen is geboden. Bepalingen hierover konden we in eerste instantie niet meteen terugvinden en dat is wel belangrijk. Daarom hebben we bepleit om in de verordening een aparte paragraaf toe te voegen om de vindbaarheid te vergroten. We hebben ook met klem onder de aandacht gebracht hoe belangrijk het is dat als een gedragsdeskundige moet worden geraadpleegd, deze dan onafhankelijk is, naast dat deze gekwalificeerd moet zijn. Dat is aan de orde bij uithuisplaatsingen. Dan moet er een machtiging tot gesloten jeugdhulp bij de rechter worden gevraagd. In zulke spoedsituaties kan het inschakelen van een onafhankelijke gedragsdeskundige onder druk komen te staan. Toch is inzet hiervan in onze ogen goed uitvoerbaar (er is ook jurisprudentie over) en is dat vaak zo belangrijk voor hulpvragers. Echter, het college wilde er om praktische redenen toch niet aan. Desondanks werd het amendement, dat we samen met GL, ITH, D66, SGP en HA indienden, door de raad aangenomen.
Een ander punt waar we aandacht voor hebben gevraagd is hoe je omgaat met de kosten die je soms als de inwoner al gemaakt hebt, voorafgaand aan melding bij de gemeente. Bijvoorbeeld, omdat je moest wachten, maar de hulp meteen nodig hebt, en je daarom alvast een zorgprofessional hebt ingeschakeld. De nieuwe verordening sluit vergoeding van die kosten uit: Maar wij vinden, dat als die kosten passend zijn voor de situatie, dat ze dan ook vergoed moeten worden. Maar de bepaling in de verordening is onvoorwaardelijk. Dat straalt afstand uit, in plaats van een overheid die naast je gaat staan. We hebben dat getracht aan te passen samen met ITH, D66, SGP en HA, maar dit voorstel haalde helaas geen meerderheid.
We werkten ook intensief mee aan een amendement van de SGP over de PGB-tarieven. In de verordening werd bepaald, dat zelfstandig hulpverleners maximaal de kosten vergoed krijgen van de goedkoopst vergelijkbare voorziening, maar dan wel met aftrek van 17% overheadkosten. We misten onderbouwing voor die aftrek en vinden dat deze tariefsverlaging niet bijdraagt aan de keuzevrijheid van de inwoner. Het amendement haalde helaas geen meerderheid.
Tot slot werkten we ook mee aan een amendement van GL over de aansluiting tussen jeugdhulp voor 18- en 18+, omdat we de nog steeds bestaande verkokering in de jeugdzorg daarmee graag helpen terugdringen. Dit amendement is unaniem aangenomen.
Wat de vorm van de verordening betreft is ons vertrekpunt, dat het voor de inwoner die hulp zoekt niet moet uitmaken uit welk domein of welke wet hulp wordt geboden. Hij of zij moet dit uiteindelijk op één plaats bij elkaar kunnen vinden. Samen met D66, SGP, HA en ITH vroegen we het college om die ontwikkeling naar een nog verder gaande integrale verordening verder voort te zetten. We lieten het aan het college over om dat verder in te vullen: te onderzoeken welke onderwerpen zich daarvoor lenen en/of op welke manier bijvoorbeeld een verbinding kan worden gemaakt met de thema’s in het programma Sociale Koers 2020-2023. Bij de aanbieding van de verordening gaf het college ook zelf aan met die uitbreiding aan de slag te willen. Tot onze verbazing ontraadde de wethouder onze motie! Het college wil eerst ervaringen met deze nieuwe verordening opdoen en na evaluatie verder kijken. We hebben de motie niet ingediend, maar houden die tot dat moment aan.
Ook wat betreft de leesbaarheid van de verordening valt er nog wel wat te verbeteren: De hoofdstukken en bepalingen sluiten nog vooral aan op het wettelijk kader, er worden nog veel aan de wet ontleende begrippen gebruikt en regelmatig vind je verwijzingen naar andere plaatsen in de tekst. Dat maakt het voor gewone lezers nodeloos ingewikkeld.
Er zijn bij andere gemeenten goede voorbeelden die laten zien dat dat zo’n verordening wel degelijk leesbaarder kan. We hebben deze ook met de wethouder gedeeld. Samen met GL, ITH, D66, SGP en HA vroegen we het college om deze verordening uit te werken in leesbaar voorlichtingsmateriaal. Die motie is aangenomen. Vanwege de extra kosten voor zo’n publieksversie had het college deze motie ontraden, maar samen met de andere indieners zijn wij ervan overtuigd, dat hiermee de duidelijkheid voor de inwoners verder zal toenemen. Dat draagt bij aan gelijkwaardigheid tussen de hulpzoekende inwoner en de gemeente. Het zorgt ook voor een betere afstemming op elkaars verwachtingen. Uiteindelijk mondt dat uit een soepelere aanvraagprocedure en tevreden inwoners. En dat zien we vast ook terug in onze uitvoeringskosten.
De gemeente is er voor haar inwoners. Dat moeten we vooral voor ogen houden als we met een onderwerp zoals dit bezig zijn. Een inwoner moet zich gesteund voelen en moet weten waar hij ofzij die steun mag verwachten. De inhoud van de verordening moet daarvoor in de eerste plaats goed zijn, maar het mag niet zo zijn, dat alleen adviseurs de regels nog begrijpen. Dan schiet de verordening haar doel voorbij.