Door op 24 februari 2011

BIS

“In óns Nederland werken we voor mensen.”

Dat (en veel meer) zei Job Cohen in zijn toespraak in Groningen, vorige week zaterdag*). En ik voeg daar graag aan toe: voor álle mensen.

Je hoort prominenten van meeregerende en meesturende partijen mooie woorden spreken over hoe centraal de mens staat. Prachtige voornemens, zoals onder woor­den gebracht door de minister van volksgezondheid, met de kernboodschap dat er met hetzelfde geld meer gedaan kan worden, als we het maar efficiënter doen. Alles ten bate van de patiënt. In een adem genoemd met premieverhoging en een hoger eigen risico. Ergens zijn er dan toch weer mensen die de klos zijn? De “handen aan het bed” die zich nu al de benen uit het lijf lopen, de chronisch zieken die altijd al hun maximale eigen risico betaalden? Maar ik dwaal af.

Ik hoor in de bij tijd en wijle bevlogen taal van onze premier, net als in het betoog van de minister hierboven, vaak over de hardwerkende Nederlander, en wat me steekt is dat dat soort taal bijna altijd komt uit de mond van mensen die het zelf gemaakt hebben en zich niet lijken te kunnen voorstellen dat er mensen zijn die het nooit zullen maken in hun leven. Ik heb het gered, dus iedereen moet het kunnen redden, dat lijkt de redenering.

Natuurlijk dromen we allemaal van een miljonairsbestaan, maar betekent dat ook dat we de rest maar moeten laten barsten als wij het zelf maar eenmaal voor elkaar hebben? Dacht het niet. Toch ken ik mensen die het voor zichzelf goed voor elkaar hebben en roepen dat ze het verdommen om belasting te betalen voor bijstands­trek­kers. Ga lekker in Egypte wonen, denk ik dan tegenwoordig. Een fijne dictatuur met privileges voor de rijken.

En dan heb je ook nog die mensen die niet ophouden de moslims overal de schuld van te geven. O, nee, niet de moslims, de islam. En de mensen die dan toch mos­lims begrijpen, want ze horen het elke dag. Omdat ze het willen horen, vrees ik, maar het resultaat is hetzelfde.

Ik denk dat wij, sociaaldemocraten in het algemeen en PvdA-ers in het bijzonder, te gemakkelijk denken dat iedereen langzamerhand wel weet wat wij vinden van soli­da­riteit. Toch moeten we maar weer, op gevaar af dat we als drammers worden neer­gezet, bij elke gelegenheid uitleggen wat dat is, solidariteit. En als we daarmee klaar zijn wéér.

Herhalen, herhalen. Bis.

 

[februari 2011]

 

*) Hier kunt u de hele toespraak lezen en beluisteren.

Waar ben je naar op zoek?